dinsdag 15 maart 2016

gewoon een dagje

Ik zit in de tuin, zon op mijn gezicht. De lente is in aantocht. Eindelijk en toch zo ineens. En wat voel ik? Verdriet en gemis. Eindelijk lente en ik voel me rot.
Ik hoor voet stappen. De schuttingdeur gaat open. Ik denk dat het een vriendin is. Ze zou nog langs komen. De vrouw die nu bij de achterdeur staat, vraagt aan Lars of ik er ben. Het punt is, dat ik haar niet ken. Wel ken ik inmiddels wat ze in haar hand heeft. Een plastic tas. Ik weet wat daar in zit. Snel veeg ik over mijn gezicht en loop naar haar toe.
Ze geeft me de tas, terwijl ze zegt dat ze dit voor me heeft verzamelt. Kan ik daar wat mee? Jazeker! Ik ben daar blij mee. Ze is blij met mijn reactie. Ze kijkt me aan en zegt: ik heb zelf kanker. Ach...wat voor soort (alsof ik wat met het antwoord kan...) borst, zegt ze. Ik wil nog meer vragen, maar voor ik het weet is ze weer weg. Met nog een dank je wel, roep ik haar na.

Ik ruim de vaatwasser in. De deurbel gaat. Lars doet de deur open en ik loop achter hem naar de voordeur. Het aangekondigde bezoek is er. Vreemd genoeg zie ik nu ook die plastic tas. Wederom ken ik deze vrouw niet, al is haar bezoek dis gepland. Dat ook zij een plastic tas heeft, voor mij, doet mij vermoeden dat ze haar huiswerk heeft gedaan. Dit beaamt ze, ze heeft de site bekeken, maar ook hebben we elkaar eerder gezien, al heb ik daar geen beeld bij.
Het is een goede binnenkomer, zo'n plastic tas. De toon is gezet voor een goed gesprek. De koffie loopt, de papieren en procedure wordt door gesproken. De koffie in geschonken, de opname gestart, de woorden vloeien. Weer een bijdrage aan verbetering van de zorg.

Ik heb afgesproken. De deur zit op slot. Snel het nummer googlen, bellen, contact en de deur wordt geopend. Een hartelijk welkom, handen geschut, een kop koffie aangeboden. Een praatje, een vraag, een hartelijk ja, zonder plastic tas, maar met dozen vol in het vooruitzicht, wordt de stroom vergroot.

Zo ziet het er momenteel voor me uit. Onverwacht komt er geregeld een tas kaarsen naar me toe. Soms wordt ik gewezen op kansen voor structurele aanvoer, dit maal bij een restaurant hier in de buurt. Hun verbruik is groot en daar ben ik natuurlijk blij mee.
Ook degene die onderzoek doet naar de nagesprekken die er na overlijden, worden gevoerd met de betrokken hulpverleners, denkt aan kaarsresten. Hoe mooi is dat?
Even later lees ik online het dagblad. Een foto springt eruit, van weer een dappere strijder, die de strijd gaat verliezen en al bijna verloren had, zo lees ik in het artikel. Pff. Met de kerstmaaltijd zat ik aan dezelfde tafel met hem, wetende in welke spanning de familie op dat moment leefde. Voor de vakantie hoorde ik het slechte nieuws en nu... Het raakt me, natuurlijk. Nu snap ik hoe het voelt aan de zijlijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten