zondag 28 februari 2016

aan de andere kant van de streep

Een bericht deze week, doet mij veel. Een bericht over een jongen die mijn hoop was, toen Mirthe ziek was. Hij had hetzelfde mee gemaakt. En na dit alles, kon hij wel weer fietsen, hij kon zwemmen, dan zou Mirthe ook kans maken op een dergelijke toekomst. Het was een strohalm, dat wist ik wel, want het ene kind is de andere niet. En Mirthe had haar leeftijd tegen, 2 jaar ouder en haar kansen waren 2 keer zo groot geweest. Gelijkwaardig aan de kansen van deze jongen, die inmiddels de 5 jaar zou passeren. De magische 5 jaar, wanneer je deze diagnose hebt gehad, want dan is de stempel 'genezing' op het dossier te plakken. En wordt je door verwezen naar de Later poli. Van 3 maandelijkse controles mag je naar jaarlijkse controles, een groot verschil.
Helaas bleek het in dit geval niet zo simpel te zijn. Het bericht dat ik kreeg komt hard aan en wil ik eigenlijk pas geloven als ik de moeder heb gesproken. Dat komt er niet van deze week en nu is het vakantie. De aankondiging op facebook voor een benefiet, ter ere van deze jongen, zegt me dat het waar is. Wat kan je anders als omgeving, wanneer je handen leeg zijn, dan organiseer je iets om je wanhoop te maskeren. Het geeft het gevoel iets te kunnen doen, ergens het lot te kunnen tarten, een verschil te kunnen maken. Wij kregen die wanhoop in de vorm van een citytrip. We konden zelfs nog een week naar de Efteling, ware het niet, dat Mirthe dat niet zou kunnen waarderen. Er zouden nog meer dingen mogelijk zijn geweest, als de tijd langer was geweest, tussen het slechte nieuws en het afscheid. Ik hoop dat de tijd nog lang volwaardig mag zijn voor deze jongen. Het is ze zo gegunt!
Nu ik zelf aan de andere kant van de streep sta, voel ik de wanhoop van de omgeving. Nu ik zelf tot de omgeving behoor. Dit soort berichten horen niet, en toch voelde het heel anders dan toen Mirthe hetzelfde bericht kreeg. Toen had ik genoeg om handen en was ik degene die de schouders eronder zette. Nu is het aan anderen om datzelfde te doen.
En ik doe wat ik moet doen naar Lars toe. Lars zal er hoe dan ook weer mee worden geconfronteerd, het broertje zit bij hem op school. En dus ga ik het gesprek met hem aan. Misschien heeft hij het al opgevangen, maar dat blijkt niet zo te zijn. Ik leg ook uit dat het bij iedereen anders kan lopen. Dat ik kinderen ken die al 2 jaar in reserve tijd leven. Hij snapt het. Maar, zegt hij, als het mij gebeurt, wil ik het niet weten, pas op het laatst.
Hoe kan ik hem ongelijk geven dat hij daar over na heeft gedacht? wanneer kinderen in meervoud kanker krijgen en er het leven door moeten laten. En ik zou liegen als ik er zelf ook niet bij stil sta. Het is geen vanzelfsprekendheid dat we allemaal gezond oud worden, maar dat weten we toch allemaal?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten