woensdag 3 augustus 2016

De man op het kinderveldje

De auto rijdt zelden zonder een vracht die naar het nieuwe huis gaan. Zo ook als Lars weg breng voordat ik zelf een afspraak heb. Er is nog tijd genoeg om de dozen weg te brengen, zelfs als ik ook nog om rijd voor een bezoekje aan Mirthe. Ze ligt kleurrijk en stralend bij, haar grafje dan.
Onderweg naar haar plekje zie ik dat de plek waar vorige week de steen was weggehaald, nu wordt gesierd door een nieuwe bult zand, met bloemstukken en linten. Sporen van de recente bijzetting zijn amper te zien. Dit kindje deelt nu een grafje met het zusje. Hoe verdrietig. Op de terug weg blijf ik ook bij dit grafje even staan. Ondertussen zie ik een man staan aan de andere kant van het kinderveldje, daar waar de grafjes van 30/40 jaar geleden zijn.
Ik loop terug naar de auto, de man loopt al van het kinderveldje af. Hij bedenkt zich, draait zich om en loopt mij tegemoet. Hij vertelt dat hij het altijd zo verdrietig vind wanneer hij 'ons' ziet. Ik ben alleen, dus dat ons kan alleen slaan op de 'verse' ouders, met het verse verdriet. Hij vertelt dat zijn dochter 30 jaar geleden is begraven en zijn vrouw dit jaar is bijgezet. Ik condoleer hem, dat is ook vers verdriet.
We praten over en weer. Hij vertelt over zijn kleinkinderen, hoe zij de bijzetting hebben ervaren en hoe snel ze er wijs mee om kunnen gaan. Ik vertel over Lars, hoe wijs hij is.
Hij geeft mij een hand, stelt zichzelf voor. Wijst het grafje aan. Vertelt dat zijn dochter 10 was en wanneer ik vraag hoe ze is overleden. Vertelt hij aan kanker, Rhabdomyosarcoom, en snel stelt hij dat me dat wel niks zal zeggen. Het zal zijn ervaring zijn, maar ik stel hem gerust, dat ik dat helaas wel weet. In de huidige wereld van kinderkanker, leer je ook die andere soorten kennen. 5%, zegt hij erachteraan, was de kans op overleven toen.
Inmiddels weet hij ook waar Mirthe aan is overleden. Weten we allebei dat het nooit over zal gaan, het verdriet, maar evengoed wordt gevoed door de liefde. Ook hij wil blijven vertellen over zijn dochter, degene die hij niet meer vast houden kan. Hij neemt haar overal mee naartoe, zij zit in zijn hart. Weinig om uit te hoeven leggen, we begrijpen elkaar zo goed. Dan mag hij met pensioen zijn en vele jaren meer tellen dan ik, in dit land van rouw zijn we gelijkwaardig en valt de (leef)tijd weg.
Hij raakt mij, maar hij is degene die zijn zakdoek pakt. Toch straalt hij kracht uit en is verre van over geƫmotioneerd. Misschien is dat wel wat mij raakt. Weer schudt hij mij de hand: 'het gaat u goed en sterkte.' 'U ook.'
Ik rij meteen door naar mijn afspraak. Ik ben precies op tijd. De dozen staan nog in de auto.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten