vrijdag 7 oktober 2016

Onstilbare honger

Ik wil weg zinken in de herinnering, in het contact, in de aanwezigheid die het tegenwoordig is. De manier waarop ik kan voelen dat Mirthe er nog is, dat ze me voedt, dat ze me steunt en mij stuurt. Die momenten zijn schaars en dat ligt in eerste plaats in de tijd die ik er voor neem. Soms verkies ik om andere dingen te doen, soms dringt het leven zich aan mij op en moet er toch eerst naar de tandarts gegaan worden, moet er toch eerst naar de winkel gegaan worden, of naar school, of een opdracht, of bijeenkomst of training bijgewoond worden. Dat is goed. Het leven geeft hou vast, door van mij te verlangen dat er nog dingen gedaan horen te worden.
En soms is de verbondenheid met Mirthe zo tastbaar bijna, dat ik haar bijna voel als een aanraking. Misschien is het ook wel echt een aanraking, mij geeft dat troost en hou vast, dat het zo is als ik zou willen dat het is.
Langzaamaan komt er de erkenning en de acceptatie van binnenuit dat het niet wordt zoals het was. Dat ik intens zal houden van mijn dochter en dat dit houden van verbonden zal blijven met een even groot intens verdriet. Wat in het leven van het leven verweven ligt. Ik zal kunnen lachen, ik zal kunnen huilen, ik zal kunnen genieten en ik zal mezelf het beste van het leven gunnen.
En niet iedereen zal kunnen zien wat ik met me mee draag. Zo is het leven ook. Dat geeft ook niet. Ik zal ermee leven met een lach en een traan. En soms zal ik me terug trekken, om de verbondenheid te kunnen voeden, die ik met Mirthe heb. Dat is niet dat ik niet leef, dat is mijn manier om door te kunnen gaan met alle liefde van de wereld. Voor zowel het leven als voor de dood, want ook in de dood ligt mijn liefde besloten. Als het goed is, maken we dat allemaal op een zeker moment mee in het leven. Niet gepland, niet gewild, niet op voorbereid en toch is het de grootste zekerheid van het leven: de dood wacht ons op.
Zodra de dood zijn intrede doet en ons hart gehavend achterlaat om verder te kloppen met een leven zonder degene die we lief hebben, hoe doen we dat dan? We zoeken het nieuwe ritme van ons hart. Het klopt niet meer als voorheen. Het is immers beschadigd. Als we goed luisteren naar ons nieuwe ritme, horen we ook het ritme van andere harten. Net zo goed beschadigd, net zo goed zoekend naar verbondenheid. Harten die ook een nieuw ritme moesten vinden. Het is een pure, rauwe en doorleefde ervaring, die niet met schijn of inleving is na te bootsen. Onzichtbaar en toch voelbaar voor degenen die het herkennen.
Als puzzelstukjes valt alles in elkaar bij een ontmoeting. Zo een ontmoeting is een verademing van onuitgesproken herkenning. Het is bijna een feestelijke ervaring, ware het niet dat de oorzaak van de herkenning zit in het diepe verdriet: Het gemis van mijn kind.
In de ontmoeting wordt haar naam uitgesproken. Komt ze weer tot leven, is ze aanwezig. Ik voel een streling over mijn been, ze is er, al is er niemand die dat ziet. Deze ontmoeting is georganiseerd en uitsluitend toegankelijk voor degenen die ditzelfde verdriet hebben ervaren. Er is een onstilbare honger in mij, om te blijven praten over mijn dochter. Op deze avond wordt die honger iets gestild. Iets, door het noemen van haar naam: Mirthe.
Met Mirthe worden er nog meer namen genoemd, 14 in totaal. 14 kinderen die al te lang worden gemist. 14 kaarsjes branden op het houten hart. 14 x SuperMirthe's Lichtpuntjes, Mirthe zal nog vaak genoemd worden. Als een stralend middelpunt aanwezig zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten